Ik heb een vraag over het toepassen van deze regels :
gelijke tekens leveren '+' ongelijke tekens leveren '-'
in de onderstaande opdracht :
11/2A - (1/2B + 3C) - 1/4(A - 2B + C)
- 1/4A + 1/2B ??? 1/4C
De vraag is wat komt er op de plaats van het vraagteken een '+' of een '-' en waarom?
Ik denk een '-' omdat - 1/4 . + C twee ongelijke tekens leveren en daarom een '-' oplevert.
Echter als ik een '+' invul dan klopt het met het eindantwoord.
D. van
Student hbo - zondag 1 oktober 2006