De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Elementair rekenen

Ik heb een vraag over het toepassen van deze regels :

gelijke tekens leveren '+' ongelijke tekens leveren '-'

in de onderstaande opdracht :

11/2A - (1/2B + 3C) - 1/4(A - 2B + C)

- 1/4A + 1/2B ??? 1/4C

De vraag is wat komt er op de plaats van het vraagteken een '+' of een '-' en waarom?

Ik denk een '-' omdat - 1/4 . + C twee ongelijke tekens leveren en daarom een '-' oplevert.

Echter als ik een '+' invul dan klopt het met het eindantwoord.

D. van
Student hbo - zondag 1 oktober 2006

Antwoord

-1/4(A - 2B + C)= -1/4A + 1/2B - 1/4C

Die haakjes betekenen immers dat je alle termen tussen de haakjes met -1/4 moet vermenigvuldigen.... dus ook C.

Voor de volledigheid:

11/2A - (1/2B + 3C) - 1/4(A - 2B + C)=
11/2A - 1/2B - 3C - 1/4A + 1/2B -1/4C=
11/4A - 31/4C

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 1 oktober 2006



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3