\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Vergelijking met wortel

Los exact op:

sin(t+1/6p) = 1/4+1/2Ö3sin(t)

Ik heb geen idee hoe ik moet beginnen, ik gebruik de somformule om de linker term anders te schrijven, maar dan loop ik nog vast.
En hoe zit het precies met die notatie van wortels. Ik zie vaak 1/2Ö2 staan bijvoorbeeld, wat kan ik hiermee en wat is er makkelijk aan?

Pastor
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 27 juni 2005

Antwoord

Het linkerlid wordt:
sin(t+1/6p)=
sin(t)cos(1/6p)+cos(t)sin(1/6p)=
sin(t)*1/2Ö3+cos(t)*1/2

Dus moet gelden
1/2Ö3*sin(t)+1/2cos(t)=1/4+1/2Ö3*sin(t)
Dus
1/2cos(t)=1/4
Dus
cos(t)=1/2

Lukt het dan verder?


maandag 27 juni 2005

 Re: Vergelijking met wortel 

©2001-2024 WisFaq