Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Tien driekeuzevragen

Je moet bij 10 driekeuzevragen het antwoord gokken. Hoe groot is de kans dat je er 5 correct beantwoordt...

ik heb het al op verschillende manieren geprobeerd..
Kansboom is geen optie, dat is de tijdsintensief..
tenzij je dit mag vereenvoudigen naar 2 keuzes 1/3 en 2/3?

Maar als ik dan een kleine kansboom neem, dan klopt er vanalles niet meer, zo kom ik getallen uit boven de 100% wat niet kan, volgens mij doe ik iets helemaal fout..

Graag hulp, het is voor mijn examen van morgen

pieter
3de graad ASO - maandag 8 juni 2009

Antwoord

't Is een typisch voorbeeld van een ja-nee probleem met gelijkblijvende kansen. Je kunt daarbij de binomiale verdeling gebruiken.

X: aantal vragen goed
X~binomiaal verdeeld met:
n=10
p=1/3

Gevraagd: P(X=5)

Zie De binomiale verdeling voor de formule. De rest is een kwestie van invullen.

Zie ook 3. Binomiale verdeling.

Zou dat lukken?

Als je naar de formule kijkt zou je kunnen zien dat het 'feitelijk' de kansen langs alle takken van de kansboom zijn waar 5 goede en 5 foute antwoorden staan.

WvR
maandag 8 juni 2009

 Re: Tien driekeuzevragen 

©2001-2024 WisFaq