\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Examenopgave mbo 79-80

Bij het bepalen van de coordinaten weet ik al dat ik uit moet gaan van de cirkel met middelpunt P maar welke straal neem je? Nu ook al weer bij a:

Gegeven:
l:(x,y)=l(1,1) en m:(x,y)=(-2,0)+m(1,1)
Op lijn l ligt het punt P(4,4).
  1. Bepaal de coördinaten van de punten Q op lijn m zodat driehoek OQP rechthoekig is in Q.
  2. Punt S ligt op lijn m, zodat OS=PS
    Bereken de coördinaten van punt S.
  3. Bereken de afstand tussen de lijnen l en m.

mboudd
Leerling mbo - zondag 12 april 2020

Antwoord

Ik denk dat het handig is om uit te gaan van een willekeurig punt Q op m. Neem $
Q( - 2 + \mu ,\mu )
$. Er geldt:

$
PQ = \left( {\begin{array}{*{20}c}
{4 - ( - 2 + \mu )} \\
{4 - \mu } \\
\end{array}} \right) = \left( {\begin{array}{*{20}c}
{6 - \mu } \\
{4 - \mu } \\
\end{array}} \right)
$

Nu moet het inproduct van OQ en PQ gelijk aan nul zijn. Daarmee kan je $\mu$ bepalen. Je krijgt twee mogelijke oplossingen.

Je kunt het wel tekenen. Teken daarvoor een cirkel met middelpunt M(2,2) door P.

q89591img1.gif

Dat is dan vanwege de stelling van Thales.

Zie De stelling van Thales


zondag 12 april 2020

 Re: Examenopgave mbo 79-80 
 Re: Examenopgave mbo 79-80 

©2001-2024 WisFaq