\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Terugleggen en zonder terugleggen

Hallo,
Kunt u mij een duidelijke uitleg geven over terugleggen en niet terugleggen bij kansrekenen?. Ik begrijp nog steeds niet wanneer ik moet terugleggen en wanneer niet. En wat betekent het? Alvast bedankt!

Alpay
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 29 september 2010

Antwoord

Wel of niet terugleggen is een kwestie van goed de vraag lezen. In vrijwel alle gevallen is het duidelijk wat bedoeld wordt.
Concreet: als je uit een bak met knikkers met verschillende kleuren een aantal keren een greep doet, dan registreer je per greep de gepakte kleuren.
Als je na elke gedane greep de getrokken knikkers weer terug gooit (dat heet dan mét terugleggen), dan verandert er niets aan de samenstelling van de vaas en daardoor veranderen ook de kansen op de diverse kleuren niet.
Leg je de getrokken knikkers echter apart (dat is dan zónder terugleggen), dan verandert de inhoud van de vaas per trekking en dús veranderen de kansen ook.

Wanneer je een aantal keren een dobbelsteen gooit, dan verdwijnen er natuurlijk geen ogenaantallen van de steen. Je kunt dus een aantal keren na elkaar hetzelfde aantal ogen gooien. Hoewel je in dit geval niet iets teruglegt in de letterlijke betekenis van het woord, is per worp steeds de zelfde situatie aanwezig. De serie worpen is daarom te vergelijken met een experiment mét terugleggen.

Als je met de cijfers 2, 3, 4, 5 en 6 een getal moet maken van 3 cijfers, dan hangt het er natuurlijk vanaf of je elk cijfer meer dan één keer gebruiken mag. Als dat niet mag (categorie zónder terugleggen), dan kun je bijv. niet het getal 465 maken. Als het wel mag (categorie mét terugleggen), dan kan je het getal 465 wel maken.

Helder(der)?

MBL
donderdag 30 september 2010

 Re: Terugleggen en zonder terugleggen 

©2001-2024 WisFaq