\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

3 vergelijkingen met 2 onbekenden

hoe bereken je dit? x·y=(x+6)·(y-2)=(x-2)·(y+1)hoe krijg ik x en y en hoe werk je het uit?

bert b
Leerling mbo - woensdag 17 mei 2006

Antwoord

Op Oppervlakte rechthoek blijft gelijk had ik toch bedacht dat het 2 vergelijkingen zijn met 2 onbekenden.

Werk de haakjes weg bij:
x·y=(x+6)(y-2)
en
x·y=(x-2)(y+1)
Je zult zien dat de term x·y bij de vergelijkingen precies tegen elkaar wegvallen. Je krijgt dan een stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden.


woensdag 17 mei 2006

©2001-2024 WisFaq