\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Goniometrie algemeen

ik ben nu al een tijdje bezig met het oplossen van dit soort oplossingen, ik heb van de leraar zowel sommen gekregen als:

sin(x)=0.5

sin(3x)=sin(x)

om maar twee voorbeelden te noemen, als je de eerste oplost, dan krijg je pi-waarden, maar nu moet ik dus ook vergelijkingen oplossen zoals de onderste, is het dan gewoon de bedoeling om de x-waarde te berekenen? of moet je het weer net zo noteren als bij die eerste vergelijking( ...pi+ 2kpi of....)

kortom:is de x gewoon een andere manier om een hoek alfa,beta of gamma te omschrijven?

bij voorbaat dank(kunt u misschien een voorbeeld geven van de algebraïsche oplossing van de tweede vergelijking?)

Edwin
Student hbo - zondag 20 maart 2005

Antwoord

sin(x)=1/2
We weten dat de sinus van de hoek $\pi$/6 gelijk is aan 1/2
Een vergelijking oplossen wil echter zeggen dat we alle hoeken moeten geven waarvoor geldt dat de sinus gelijk is aan 1/2.
Ten eerste weten we dat alle hoeken die een veelvoud van 2$\pi$ (volledige cirkelomtrek) van elkaar verschillen dezelfde goniometrische getallen hebben.
Ten tweede hebben supplementaire hoeken ($\alpha$ en $\pi$-$\alpha$) gelijke sinussen hebben.
Dus kunnen we alle hoeken x noteren als
x = $\pi$/6 + 2k$\pi$ en
x = $\pi$-$\pi$/6 + 2k$\pi$ = 5$\pi$/6 + 2k$\pi$

sin(3x) = sin(x)
1. Hoeken die een veelvoud van 2$\pi$ van elkaar verschillen hebben dezelfde sinus.
2. Supplementaire hoeken hebben dezelfde sinus.

Dus kunnen we de oplossingen schrijven als :
1. 3x = x + 2k$\pi$
2. 3x = $\pi$-x + 2k$\pi$

Of
1. 2x = 2k$\pi$
2. 4x = $\pi$ + 2k$\pi$

Of nog
1. x = k$\pi$
2. x = $\pi$/4 + k.$\pi$/2


zondag 20 maart 2005

©2001-2024 WisFaq