De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Kans van harten 2 na harten 3 en omgekeerd

Ik weet niet goed hoe ik aan volgende vraag moet beginnen:

Hoe groot is de kans dat in een goed doorstoken kaartspel harten 2 volgt op harten 3 en omgekeerd?

Als ik logisch redeneer, dan kan ik zeggen dat je na harten 2 nog 1/52 kans hebt op harten 3 te trekken en omgekeerd, dus dat de kans in totaal 2/52 is. Maar van de leerkracht moeten we de formules kunnen gebruiken. Hij gaf volgende oplossing:

51·50!/52! + 51·50!/52! = 1/52 + 1/52

Maar hoe werd tot die formule gekomen?

Dries
Student universiteit België - maandag 22 oktober 2018

Antwoord

Ik begrijp jouw $1/52$ niet: als harten 2 getrokken is zijn er nog $51$ kaarten over, dus de kans op harten 3 is dan nog $1/51$ lijkt me.

De formule van de leraar komt door het aantal goede mogelijkheden door het totaal aantal mogelijkheden te delen. Hoeveel rijen kaarten zijn er met harten 3 meteen na harten 2? Er zijn $51$ posities voor harten 2 (niet de laatste want harten 3 moet erna komen), de positie van harten 3 ligt dan vast en de overige kaarten kunnen op $50!$ manieren getrokken worden. In totaal $51\times 50!$ goede trekkingen dus. Het totaal aantal is $52!$. Dat verklaart de uitkomst $51\times50!/52!=1/52$.

kphart
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 22 oktober 2018



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3