De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Afronden significante berekeningen

 Dit is een reactie op vraag 86935 
Top! Nu begin ik het beter te begrijpen. Nog een vraagje:
Stel je rekent 250 cm x 50 cm x 0,5 cm, dan is het antwoord (62,50) toch in één significant cijfer, dus 0,6 x 102?

En als je 28,4 kilogram moet omrekenen naar gram, gebruik je dan de wetenschappelijke notatie ivm de significante cijfers (284.000 $\to$ 28,4 x 104?

Bedankt voor de hulp!

Joep
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 7 oktober 2018

Antwoord

Hallo Joep,

Je hebt wel goed gelet op het aantal significante cijfers, maar je maakt rekenfouten (of typfouten), en er is nog een extra afspraak over de wetenschappelijke notatie.

250 x 50 x 0,5 = 6250, niet 62,50.
Wellicht wil je omrekenen van cm3 naar m3, maar bedenk dan dat 6250 cm3 gelijk is aan 0,006250 m3 (van cm naar meter is twee 'stappen', komma verplaatst 3 cijfers per stap omdat het over inhoud gaat).

Verder: bij de wetenschappelijke notatie plaats je één cijfer (niet nul) voor de komma, de overige cijfers achter de komma. Dus:
Afmetingen: 250 cm x 50 cm x 0,5 cm
Inhoud is 6250 cm3 = 6,250·103 cm3
Afronden op één significant cijfer: 6·103 cm3

In kubieke meters:
0,006250 m3 = 6,250·10-3 m3
Afronden op één significant cijfer: 6·10-3 m3

Tweede voorbeeld:
28,4 kg is 28400 gram (niet 284000), ofwel 2,8400·104 gram.
Afronden op drie significante cijfers: 2,84·104 gram.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 7 oktober 2018



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3