De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Loten: 9 jongens en 12 meisjes in een klas

In een klas zitten 9 jongens en 12 meisjes. Er wordt geloot waarbij twee personen getrokken worden. Hoe groot is de kans dat minstens één van de twee een jongen is?

Pascal
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 31 januari 2018

Antwoord

Hallo Pascal,

Het is wel de bedoeling dat je laat zien wat je zelf al hebt geprobeerd, of dat je aangeeft wat jouw moeilijkheid is bij een opgave, zie de spelregels. Ik ga er nu maar even van uit dat je niet weet hoe je de opgave moet aanpakken, ik help je een eindje op weg.

Bedenk dat je opgaven over kansberekening met daarin de woordjes 'minstens', 'meer dan', 'minder dan', 'maximaal' enz. opsplitst in meerdere berekeningen die steeds gaan over 'een precies aantal'. In dit geval:

'minstens één' betekent: één of twee (of drie of vier ..., maar omdat je maar twee personen kiest, is drie of meer hier niet mogelijk).

Bereken dus de kans dat één van de twee een jongen is (en de andere dus een meisje!), bereken ook de kans dat allebei de personen jongens zijn, en tel deze kansen bij elkaar op.

Kan je hiermee verder? Zo niet, stel gerust een vervolgvraag, maar geef dan aan tot waar je gekomen bent en wat jouw probleem precies is voor het vervolg.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 31 januari 2018



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3