|
|
|
\require{AMSmath}
De som van krachten
Twee krachten f1= 30 N en f2= 40 N, werken op een lichaam in onder een hoek van 45°. Construeer de som van beide krachten en bereken de grootte vd resultante kracht.
Kan iemand mij helpen?
Marie
2de graad ASO - vrijdag 16 oktober 2015
Antwoord
Hallo Marie,
Teken de twee krachten op schaal (bv 1 cm = 10 N) onder de juiste hoek, en maak met deze krachten een parallellogram, zie de zwarte lijnen in deze tekening:
De resultante kracht is de rode diagonaal van dit parallellogram.
Om de lengte van deze diagonaal te berekenen, teken je de blauwe hulplijntjes. De lengte van deze hulplijntjes noem ik a (omdat de hoek 'toevallig' 45° is, zijn de blauwe lijntjes 'toevallig' even lang). Om a te berekenen, pas je de Stelling van Pythagoras toe op het blauwe driehoekje.
Wanneer je zover bent, weet je hoe lang de lijnstukken AB en BC zijn. Met de Stelling van Pythagoras kan je dan het rode lijnstuk berekenen, dit is de schuine zijde van driehoek ABC.
Lukt het hiermee?
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 16 oktober 2015
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|
