De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Berekening van drie onbekenden

y= log(ax2+bx+c)/log(4), bereikt een maximumwaarde 4 bij x=2 terwijl een der wortels van ax2+bx+c=0, de waarde 6 heeft. Schets de grafiek na berekening van a,b en c.De antwoorden zijn ook bekend namelijk: a=1; b=4 en c=12.

De vraag naar drie onbekenden houdt in, dat er naar drie vergelijkingen gezocht moet worden.

Voor het maximum van de functie: 2=log(4a+2b+c)/log(4). Per
definitie geldt dan: 4a+2b+c=16 (I) Een der wortels enz.
geeft:6={-b+sqr(b2-4ac)}/2a ® 12a=-b+sqr(b2-4ac)®
12a+b=sqr(b2-4ac)® kwadrateren en vereenvoudigen tot:
36a+6b+c=0 (II)

Voor de functie geldt ook, als y=0, dan ax2+bx+c=1

Nu kan ik helaas niet verder. Zelfs als ik de bekende antwoorden in de functie zet en dan de functie opgeef in wolframalpha, krijg ik een heel andere grafiek dan in de opgave. Wie geeft mij raad? Bij voorbaat hartelijk dank.

Johan
Student hbo - zondag 3 oktober 2010

Antwoord

Als a=1, b=4 en c=12 dan zou x=6 een oplossing moeten zijn van x2+4x+12=0 en dat is alvast niet het geval.

Dan toch maar liever zo:
  1. Uit f(2)=4 volgt 4a+2b+c=256
  2. Uit f'(2)=0 volgt 4a+b=0
  3. Uit ax2+bx+c=0 voor x=6 volgt 36a+6b+c=0
Drie vergelijkingen met drie onbekenden!? Dat moet kunnen!

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 4 oktober 2010



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3