De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Tweedegraadsfuncties vraagstukken

 Dit is een reactie op vraag 60429 
Beste,

dank u wel voor uw antwoord, ik kon sommige vraagstukken nu oplossen, maar toch zijn er enkele die ik nog niets van begrijp;

2) Een firma van elektronische onderdelen verkoopt maandelijks 5000 stuks van een bepaald onderdeel tegen 15 € per stuk. Een marktonderzoek wijst uit dat de verkoop telkens met 500 stuks zal stijgen als de eenheidsprijs met 1 EURO verlaagd wordt.
Welke eenheidsprijs moet de firma nemen om een maximale omzet te realiseren ?

Ik heb hier geprobeerd van alles maar ik kom gewoon maar niet aan de juiste formule;

onderandere

Ik weet dat 5000 * 15 € = 75 000 € ( bij normale prijs)

(5000 + 500 stuks) (15 - 1 € ) : bij -1 €

5000 stuks + 1000 stuks ( 15- 2 €) : bij -2 €

maar hoe moet ik dat in een formule gieten ?

4 ) Wat bedoelt u hier met 1 naar omhoog schuiven ?

Is het hier niet zo

ax2+bx+c

(1,1) a+b+c = 1
(2,1) 4a+2b+c = 1
(3,9) 9a+3b+c = 9

Moet ik eerst de eerste 2 vgl met elkaar gelijk maken ?

en een waarde vinden voor a en dan die waarde invullen in 3 de vergelijking ?

6) Plant men 16 bomen per are , dan groeit iedere boom (ongeveer) 90 cm per jaar. Voor iedere bijkomende boom dien men plant, vermindert de jaarlijkse groei van iedere boom met 1.25 cm. Bepaal het aantal bomen per are waarvoor men de grootste opbrengst aan hout krijgt.

Hier weet ik dat ik eerst de top moet zoeken, -b/2a .

maar hoe maak ik die abc formule ?

7 ) En bij vraag 7, hoe moet je dat doen ?

Dank u vriendelijk voor uw hulp

junaid
Student Hoger Onderwijs België - woensdag 14 oktober 2009

Antwoord

Bij 2)
Als de prijs met 1 euro lager is dan 15, dan zijn er 500 meer verkochte stuks. Dat kan je als volgt uitdrukken:
Aantal stuks= 5000 + 500·( 15 - prijs )
Ben je het daarmee eens? Kan je dan verder?

Bij 4)
Dat kan inderdaad ook op de manier die je noemt. Met de eerste twee vergelijkingen kan je zowel c, als b, uitdrukken in a. Dit kun je daarna gebruiken in de derde vergelijking.

Bij 6) Deze lijkt heel erg op 2. Kijk eens wat daar de overeenkomsten zijn?

Bij 7) Maak eerst een tekening van een rechthoek met lengte l, en breedte b. Teken dan de genoemde cirkels, en vindt een uitdrukking voor de totale oppervlakte. Kun je nu met het gegeven dat de omtrek meter is, de oppervlakte maximaliseren?

Succes!

Bernhard
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 14 oktober 2009



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3