WisFaq!

De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

HOME

samengevat

\require{AMSmath}

Spreekbeurt over breuken

ik heb een spreekbeurt over breuken ik wil infomatie hebben + plaatjes hebben jullie dat??
jeanin
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 8 december 2002

Antwoord

Hallo,

Je schrijft dat je "informatie" over breuken wilt hebben, maar wat voor een informatie? Kun je misschien wat preciezer zijn? Ik zal hieronder de "algemene rekenregels" m.b.t. breuken opschrijven dan heb je tenminste al iets.

Breuken optellen en aftrekken
Je mag breuken alleen optellen en aftrekken als ze dezelfde noemer hebben. De noemer staat onder de breukstreep (en de teller staat boven de breukstreep), in het geval dat je dat nog niet wist. Indien de breuken op gelijke noemer staan mag je de bewerking (dus het optellen of aftrekken) met de teller uitvoeren, maar dan moet je wél één noemer opschrijven.

Bijvoorbeeld:

Die was gemakkelijk omdat beide breuken al dezelfde noemer hadden, maar indien ze niet dezelfde noemer hebben moet je ze gelijknamig maken, d.w.z. zorg ervoor dat ze alle twee dezelfde noemer krijgen (door te vermenigvuldigen of te delen).

Je moet ook altijd proberen de uitkomst te vereenvoudigen. Dat doe je door te kijken of zowel in de teller als in de noemer een getal voorkomt waardoor je kunt delen. In het bovenstaande voorbeeld is 2/8 = 1/4 omdat die 2 in de teller ook in de noemer voorkomt want 8 = 4´2.
Soms is het eventjes zoeken, maar indien het te moeilijk wordt vermenigvuldig je gewoon de twee noemers met elkaar. En vereenvoudig je de einduitkomst. In het vorige voorbeeld zou dat (8/16) - (4/16) = (4/16) = 1/4 geweest zijn.

Breuken vermenigvuldigen
Breuken vermenigvuldigen is niet moeilijk! Je vermenigvuldigt gewoon de ene teller met de ander, en deelt door de vermenigvuldiging van de ene noemer met de andere noemer.

Vergeet ook niet het antwoord te vereenvoudigen indien mogelijk!

Breuken delen
Breuken delen is daarentegen wat moeilijker. Er is een regeltje dat zegt "Breuken delen is vermenigvuldigen met het omgekeerde". Je vermenigvuldigt m.a.w. de ene teller met de noemer van de andere, en deelt door vermenigvuldiging van de ene noemer met de andere teller. Dat klinkt misschien moeilijk, maar dat is het niet.

Wederom niet vergeten om (indien mogelijk) te vereenvoudigen. Zo zou je in plaats van 18/5 ook 3 3/5 mogen schrijven, want 18 = 15 + 3.

Om op je andere vraag te antwoorden: je kunt misschien zelf wat plaatjes maken om breuken duidelijk te maken.
Een bekend voorbeeld is natuurlijk de 'taart'. Je verdeelt de taart in 10 stukken, en je eet zelf een stuk op. Hoeveel heb je dan gegeten? (1/10). Je eet ook nog een stukje van een andere taart, maar die is verdeeld in 5 stukken. (1/5 van die taart) Hoeveel stukken taart heb je dan in totaal gegeten? (1/10 + 1/5 = 1/10 + 2/10 = 3/10).

Misschien is het wel leuk om op de computer een spelletje te spelen dat over breuken gaat? Je kunt een demoversie downloaden op http://www.anywize.nl/winkel/demos/Breuken/setup.exe

Zijn dit de antwoorden op je vragen? Of bedoelde je iets anders? Mail gerust terug...

Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 8 december 2002