De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Gemiddelden

Wie kan mij met de volgende twee sommen helpen?
Opgave 1         Jaaromzet       aantal verkopers
Filiaal A € 310.000,- 10
Filiaal B € 480.000,- 15
Filiaal C € 220.000,- 7
  1. Bereken de gemiddelde filiaal omzet.
  2. Bereken het gemiddeld aan verkopers per filiaal.
  3. Bereken de gemiddelde omzet per verkoper voor elk filiaal.
  4. Bereken de gemiddelde omzet per verkoper voor het hele winkel bedrijf.
(vraag b afronden op 1 decimaal)

Opgave 2
De prijzen van een aantal artikelen gaan omhoog. Daardoor verandert het aantal stuks dat van die artikelen verkocht wordt (de afzet).
artikel A
oude prijs prijsstijging oude afzet nieuwe afzet
€125,- + 5% 1400 1250

artikel B
oude prijs prijsstijging oude afzet nieuwe afzet
€ 460,- + 3% 810 725

artikel C
oude prijs prijsstijging oude afzet nieuwe afzet
€ 224,- + 4% 950 910
  1. Bereken de nieuwe prijzen, afgerond op hele euro's.
  2. Met hoeveel procent is de afzet per artikel gedaald?
  3. Bereken de nieuwe omzet per artikel.
  4. De huurkosten van het winkelpand bedragen €22.150,-. Deze kosten worden aan de drie artikelen toegerekend met als verdeelsleutel de omzet op basis van de nieuwe prijzen. Hoeveel huurkosten worden aan de verschillende artikelen toegerekend? (afronden op hele euro's)
Ik snap hier niets van. Alvast bedankt. Met vriendelijke groet,

Karen
Leerling mbo - vrijdag 2 januari 2009

Antwoord

Opgave 1
  1. Tel de jaaromzetten op en deel door 3
  2. Tel het aantal verkopers op en deel door 3
  3. Deel per filiaal de jaaromzet door het aantal verkopers
  4. Tel de jaaromzetten op en deel door het totaal aantal verkopers
Opgave 2
  1. Vermenigvuldig per artikel de oude prijs met de juiste groeifactor. Bij artikel A zou dat vermenigvuldigen met 1,05 zijn. Bij B met 1,03 enz... Je krijgt dan 'direct' de nieuwe prijs. Wel even afronden op hele euro's.
  2. Bereken nieuw/oud maal 100%. Het verschil met 100 is het percentage van de dalling. Bij artikel A zou dat 1250/1400·100%=89.3% Dat is een daling van 10,7%.
  3. De omzet is per artikel de nieuwe prijs (zie a) vermenigvuldigt met de nieuwe afzet.
  4. Toch maar even een tabel maken:

    q57736img1.gif
    Aan artikel A wordt nu 163750/719430-ste deel van 22150 toegekend.
Zie eventueel ook Rekenen met procenten en groeifactoren.

...en dan moet je de rest zelf nog even doen... en de spelregels lezen.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 3 januari 2009



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3