De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Drie onbekenden en drie vergelijkingen

 Dit is een reactie op vraag 54253 
Dan kan ik nog steeds geen a, b en c berekenen. Ik heb net even gedacht over hoe het kon en ik kwam niet verder dan dit op papier:

(1) 1928b + 583c = 1447
(2) 1387b + 475c = 1669
(3) (1) = (2) + 222

Naar links halen krijg je dit:
541b + 108c = 222

Nu kom ik er niet meer uit...

René
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 6 februari 2008

Antwoord

Je vergelijking (3) klopt niet. Wat je kunt doen, is mbv vergelijking (2) b uitdrukking in c, en die vergelijking invullen in (1).

Dus
b=(1669-475c)/1387.

Dit vul je in in (1), en zo houd je een lineaire vergelijking in c over. Die kun je oplossen.

Bernhard
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 7 februari 2008



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3