De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Minimum vraagstuk

 Dit is een reactie op vraag 52374 
Ik ben er achter gekomen dat de lengte van het grote formaat 24 cm is en de breedte 12cm. Ik ben hier vrij zeker van. Kan ik hieruit ook halen wat het minimumformaat is van het kleinere bedrukte deel?

Daisy
3de graad ASO - vrijdag 5 oktober 2007

Antwoord

Beste Daisy,
Je antwoord is goed.
h=de hoogte van het bedrukte deel=20 cm, dus de breedte van het bedrukte deel is 10 cm.
Het blad is dan 20+4 bij 10+2.

Echter, wiskunde betekent: zeker weten. Daarom is een wiskundige niet tevreden met: "ik ben hier vrij zeker van".
Jammer dat je niet uitlegt hoe je tot die conclusie bent gekomen.
Wat bedoel je met "het kleinere bedrukte deel"?

Je kan wel wiskundig bewijzen dat de verhouding lengte:breedte van het bedrukte deel en ook van het blad optimaal is (het voordeligst wat betreft papier) als die verhoudingen allebei gelijk zijn aan de verhouding van de marges (boven+onder):(links +rechts).
In jouw voorbeeld, met marges van (2+2):(1+1) kom je dan op bedrukt h:b=2:1 en ook de formaat van het blad: 2:1.
Inderdaad vindtje: bedrukt: 20 bij 10. Blad:24 bij 12.
ALs je wil proberen om dat te bewijzen en je komt er niet uit, vraag dan gerust.

ldr
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 6 oktober 2007



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3