De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Het oneerlijke dobbelspel

Een Zuid-Afrikaans opperhoofd wil bepalen wie er met z'n dochter mag trouwen. De medicijnman verdenkt het opperhoofd ervan stiekem de man van zijn voorkeur te bevoordelen. Bewijs dit....

Je gooit 4 keer met dobbelsteen, kans minstens 1 keer 3? Dan krijgt A 1 punt

1-(5/6x5/6x5/6x5/6)=0,52 Denken wij

je gooit 4 keer met dobbelsteen, kans nooit 3 ? Dan krijgt B 1 punt

5/6x5/6x5/6x5/6= 0,48 Denken wij

Doe dit 100 keer, waarom is dit nét niet eerlijk?

Is dit goed ?????

BD.
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 29 oktober 2002

Antwoord

Hoi,

Volgens mij klopt je redenering als een bus...

Kans op nooit drie in 4 worpen is inderdaad (5/6)4@0.482. De kans op minstens 1 keer drie is 1-0.482=0.518.
Na 100 keer is de verwachte score voor A 48 en voor B 52... B is dus bevoordeligd omdat hun verwachting niet 50/50 is.

Groetjes,
Johan

andros
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 29 oktober 2002



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3