De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Methode van onbepaalde coefficienten bij complexe getallen

gegeven: a,b,c,d (j=complex getal)
gevraagd: zoek a en b uit de vergelijking
a+jb=[(a+bj)(c+jd)]^(1/2)

mijn uitwerking:
Het rechterlid heb ik uitgewerkt [(ac-bd) +(ad+bc)j)]^(1/2)
Indien de wortel in het rechterlid er niet zou staan, dan zou je de methode van de onbepaalde coefficienten kunnen toepassen en a gelijkstellen aan (ac-bd) en b aan (ad+bc) en dan hieruit de gevraagde a en b berekenen.

Ik zit echter vast bij die wortel. Als je deze overbrengt naar het linkerlid dan kwadrateer je het complexe getal a+bj. Na uitwerking krijg je dan een stelsel met 2 vergelijkingen en 2 onbekenden, maar dat is een niet lineair stelsel en volgens de leerkracht was het niet de bedoeling om het zo ingewikkeld te maken.

Kan iemand mij hierbij helpen?
Alvast reuze bedankt!

Michelle

Michel
3de graad ASO - zondag 17 december 2006

Antwoord

Dag Michelle,

Jouw methode lijkt mij anders wel correct en ook nog wel doenbaar: je komt dan uit op a2-b2=... en 2ab=...

Uit de tweede gelijkheid haal je b=.../a, dat vul je in in de eerste gelijkheid. Dan vermenigvuldig je die vergelijking met a2, en je krijgt een zogeheten bikwadratische vergelijking, dus een vergelijking van de vorm Aa4+Ba2+C=0. Die kan je oplossen door bijvoorbeeld z=a2 te stellen, dan herken je een kwadratische vergelijking in z en je hebt je oplossing.

Dat is de klassieke manier om de vierkantswortel uit een complex getal x+yj te bepalen (ik zou je trouwens aanraden om x=ac-bd te stellen en y=ad+bc en pas op het einde deze x en y opnieuw te vervangen, dat zal de notatie wat lichter maken).

Nu weet ik niet of de opgave letterlijk was zoals je ze gegeven hebt, ofwel dat de opgave is 'bepaal de vierkantswortel uit het product van twee complexe getallen'. Want als het dat laatste is, dan kan je dat handiger op een andere manier:

Ken je de goniometrische of polaire voorstelling van een complex getal? In het algemeen zal de notatie a+bj handig zijn om complexe getallen bij elkaar op te tellen, maar als je bewerkingen doet zoals vermenigvuldigen of worteltrekken, dan is de notatie rejq handiger.

Als ik je opgave even vertaal naar z=(z1z2)^(1/2) (met z1 en z2 gegeven en z gevraagd) en je schrijft die complexe getallen in polaire notatie, dan krijg je
rejq=(r1ejq1 r2ejq2)^(1/2)

Dus rejq=(r1r2ej(q1+q2))^(1/2)
= (r1r2)^(1/2) ej(q1+q2)/2

Dit geeft je r=(r1r2)^(1/2) en q=(q1+q2)/2.

En dan is feitelijk de oefening opgelost: je hebt je onbekende complex getal bepaald. Wil je de oplossing nog vertalen naar het oorspronkelijke probleem, dan moet je de transformatieformules gebruiken die de overgang weergeven tussen de cartesiaanse (a+bj) en de polaire notatie (rejq):

r = Ö(a2+b2)
tan(q) = b/a
(hier wel opletten: q ligt ergens tussen 0 en 2p dus afhankelijk van de tekens van a en b heb je q=bgtan(b/a) of q=bgtan(b/a)+p)

a = r cos(q)
b = r sin(q)

Groeten,
Christophe.

Christophe
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 17 december 2006



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3