De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Inhomogene lineaire recurrente betrekking

ik heb de volgende opdracht gekregen en deze is de makkelijkste van de drie. maar ik kom er niet uit.
ik denk dat ik ergens iets verkeerd heb begrepen, want dit zijn wel heel veel onbekenden. in de uitleg stond dat ik eerst een particuliere oplossing Pn moest vinden. en al bij deze stap loop ik vast.

a(n) = 5a(n-1)-7a(n-2)+2^n+n3^n voor n=2 met a0=1 en a1=2.

nou heb ik het volgende voorgesteld om te doen. neem
a(n) = P(n) en
P(n) = an-bn+c+d.
dan krijg je uiteindelijk na ontzettend veel rekenen het volgende rij...

2an+7a-2bn-17b+2c+2d+s^n+n3^n = 0

groetjes,

Samira

Samira
Student universiteit - zondag 24 september 2006

Antwoord

Samira,
Probeer eerst een part.opl. te vinden voor
a(n)-5a(n-1)+7a(n-2)=2^n te vinden.Probeer a(n)=A2^n.Dit geeft een waarde voor A.Vervolgens een part.opl. voor a(n)-5a(n-1)+7a(n-2)=n3^n.Probeer
a(n)=B3^n+Cn3^n.De gevraagde P(n) is dan de som van de beide.
Groetend,

kn
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 25 september 2006



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3