De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Bisectiemethode

Toon aan dat de vergelijking cos x = x minstens één oplossing heeft. Gebruik de bisectiemethode om het nulpunt te bepalen met een fout die kleiner is dan 10-2. Hoeveel bisectiestappen zijn nodig om het nulpunt te benaderen met een fout kleiner dan 10-15?

Ik kan aantonen dat de vergelijking minstens één oplossing geeft. De bisectiemethode kan ik ook toepassen, maar ik weet niet goed na hoeveel stappen ik moet stoppen. Ik begrijp niet goed wat nu juist die foutbepaling is. Dus kan ik de laatste bijvraag helemaal niet oplossen. Ik gebruik het begininterval [0,p/2].

Ik hoop dat jullie me kunnen helpen.

Bedankt alvast.

Stef A
Student universiteit België - maandag 23 januari 2006

Antwoord

Dag Stef,

Bij de bisectiemethode is het vrij gebruikelijk om als 'stopcriterium' de breedte van het resterende interval te nemen.
Dat betekent dus, dat de nauwkeurigheid bepaald wordt door de afwijking van de benaderde x-waarde en de werkelijke x-waarde, en niet door de afwijking van de benaderde functiewaarde en de gewenste functiewaarde (0 dus).
Als je als benaderde x-waarde het midden van het resterende interval neemt, dan is de maximale afwijking gelijk aan de helft van de breedte van dat resterende interval.
Kun je hier verder mee?
succes,

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 23 januari 2006
 Re: Bisectiemethode 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3