De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Wortel in vergelijking

Ik snap maar niet hoe ik deze vergelijking moet oplossen.
Is er iemand die het wel lukt?

Öx = -0,25x+3

Mar.
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 12 april 2005

Antwoord

Hallo,

Öx = -x/4 + 3

Als je beide leden kwadrateert vind je:

x = (-x/4 + 3)2

Los dit op naar x zoals een normale kwadratische vergelijking (abc-formule ofzo...).
Opletten: toen je beide leden kwadrateerde ging je ervan uit dat ze hetzelfde teken hadden. Vermits Öx positief is moet je dus controleren of je oplossingen ingevuld in het rechterlid ook positief zijn.

Ik heb het zelf even uitgewerkt, je vindt 2 oplossingen waarvan één aan deze voorwaarde voldoet (en dus een oplossing is van je vergelijking) en één die er niet aan voldoet, die moet je verwerpen.

mvg,
Tom

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 12 april 2005



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3