De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Hoeveel familieleden?

In één kamer bevinden zich:
  • 1 grootvader, 1 broer, 1 grootmoeder, 2 zussen, 2 vaders, 2 zonen, 2 moeders, 3 dochters, 5 kinderen, 1 schoonvader, 3 kleinkinderen, 1 schoonmoeder, 1 schoondochter.
We hebben 25 familieleden opgenoemd, maar in de kamer hoeven natuurlijk niet 25 personen aanwezig te zijn. Hoeveel personen zijn er tenminste in de kamer aanwezig?

rosann
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - woensdag 9 februari 2005

Antwoord

We hebben onderling het probleem enigszins besproken, en de eerste vraag was wat er nu bedoeld was. In theorie zou dit met 5 personen kunnen, maar dat is waarschijnlijk niet de bedoeling. In plaats daarvan zal het wel de bedoeling zijn dat de grootvader grootvader is van 1 van de andere aanwezige personen, enzovoort.

In dat geval is er een goede oplossing met 7 personen: Een vader en moeder met 3 kinderen, een jongen en twee meisjes, plus de grootvader van de ene zijde en de grootmoeder van de andere zijde.

Ik vermoed dat bovenstaande oplossing de bedoelde oplossing is. Vijf personen is onmogelijk (er zijn 5 kinderen, en je kan niet in een groep personen iedereen het kind van 1 van de anderen laten zijn - 1 van hen is het eerst geboren, en toen was de rest er nog niet om vader of moeder te zijn). Het is nog niet helemaal duidelijk of 6 personen ook kan, maar als het kan, dan toch alleen maar met huwelijken tussen grootouder en kleinkind of in elk geval oom/tante en nicht/neef.

AE
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 18 februari 2005



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3