De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Simuleren van Lotto

Hallo,

Ik ben op school bezig met een wiskunde PO en er was 1 vraag waar ik echt niet uit kwam:

Als je een lottotrekking wil simuleren en je gebruikt hiervoor een vaas met 6 rode, 1 witte en 34 blauwe knikkers. Uit deze vaas pak je dan 6 knikkers.

Ik kreeg ook nog een blad erbij waarop een lottoformulier stond met kolommen. In elke kolom stonden de getallen 1 t/m 41. Elke week worden er 7 balletjes uitgetrokken: 6 getallen en 1 reserve getal.

Dit waren de lotto prijzen per kolom:
6 goed -- Eerste prijs
5 goed + reservegetal -- Tweede prijs
5 goed -- Derde prijs
4 goed -- Vierde prijs
3 goed -- Vijfde prijs

Nu was de vraag:
Welke trekking komt overeen met het winnen van de eerste prijs?
Welke trekking komt overeen met het winnen van de vijfde prijs?

Sorry dat het zo'n lang verhaal is, maar volgens mij heeft u deze gegevens allemaal wel nodig om mij te helpen met deze opgave...
Ik hoop echt dat u er raad mee weet en dat u mij in ieder geval op het juiste spoor kan brengen...!

Alvast bedankt!

Lot
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 5 januari 2005

Antwoord

Als je er zes balletjes uitpakt en ze zijn alle 6 rood dan heb je de eerste prijs. Zitten er 3 rode bij dan heb je te maken met de vijfde prijs.

Kortom: het aantal rode balletjes is het aantal goed geraden getallen. Maar eigenlijk klopt het niet want er worden toch elke week 7 getallen getrokken? Nou ja... hopelijk helpt het.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 5 januari 2005



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3