De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Breuken

Ten eerste: leuke site, wordt wiskunde weer een beetje leuk ;-) Ik ben nu zelf een boek aan het doorwerken, maar vrijwel in het begin al een beetje vast met denk ik een baar basis breuken:
sup]-3/10 Ik neem aan dat dir -0,3 is. Maar waarom staat er dan niet -3/10 en wat is dan 3/-10 ???

-11/2 is neem ik aan -1,5 11/2 is 1,5 Maar hoe tik ik dit in in m`n rekenmachine om dit verder te berekenen?

Deze vragen aan de hand van 2 sommetjes:
-32/7 - 12/3 + 1/2 =
en
13/5 - 25/11 + -3/10 =

Ik hoop dat jullie me een eindje op weg helpen, ik ga nu slapen, en hoop morgen een antwoord te hebben, maar overmorgen is ook goed ;-)

groeten, en alvast bedankt,
Wouter

wouter
Student hbo - maandag 17 mei 2004

Antwoord

-3/10 is inderdaad het zelfde als -0,3 en dat is ook weer te schrijven als 3/-10. Maar men houdt het minteken meestal vóór de breukstreep of bij de teller.

-11/2 is gelijk aan -1,5. Om het in te tikken kies je voor 1.5. Heb je echter een 'oude' rekenmachine met een zogenaamd ab/c-knopje erop, dan kun je ook de breuk intikken. Je kunt ook kiezen voor 1 + 1/2.

Om breuken te kunnen optellen, moeten ze gelijknamig zijn.
In je eerste voorbeeld krijg je -23/7 - 5/3 + 1/2 = -138/42 - 70/42 + 21/42 = -187/42

De tweede opgave wordt 8/5 - 27/11 - 3/10 = 176/110 - 270/110 - 33/110 = -127/110

MBL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 18 mei 2004



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3