De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Dineke heeft een klok laten vallen

hoi,

Dineke heeft een klok laten vallen. de wijzerplaat is in 3 stukken gebroken. als je van ieder stuk de getallen erop optelt, dan komt er telkens het zelfde uit. de breuklijnen zijn recht en gaan niet dwars door de getallen op de wijzerplaat. welk uitspraak is juist?
a) 12 en 3 zitten in verschillende stukken
b) 7 en 5 zitten in verschillende stukken
c) 2, 11 en 9 zitten in het zelfde stuk
d) 8 en 4 zittten in het zelfde stuk
e) 11,1 en 5 zitten in het zelfde stuk

esther
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - maandag 5 januari 2004

Antwoord

De totale som is 78 dus de som per stuk 26.

Als er drie breuklijnen zouden zijn die elkaar snijden binnen de wijzerplaat, dan valt die uiteen in iets wat lijkt op een taart. Je ziet gemakkelijk in dat er geen enkel taartstuk kan gemaakt worden met het getal 10 en enkele van zijn buren.

Als er twee breuklijnen zijn en ze snijden elkaar niet binnen de wijzerplaat, dan bekomen we ook drie brokstukken. De overgang 12-1 kan niet op BEIDE buitenste stukken staan, dus minstens een van die stukken bestaat uit een aantal opeenvolgende getallen. De enige opeenvolgende getallen die samen 26 vormen zijn 5,6,7 en 8. Kan je nu zelf de andere breuklijn vinden?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 5 januari 2004



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3