De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Vraagstuk oplossen m.b.v. matrices

Beste Wisfaq,

In een fabriek worden producten A, B en C gemaakt, daar doet men respectievelijk 51, 69 en 87.5 man-uren over.
Er zijn 350 werknemers die 36 uur per week werken. Als een 3 producten A gemaakt worden, worden er 2 van B en 5 van C gemaakt. Hoeveel producten A, B en C worden gemaakt in een week?

Opl:
x= aantal producten A
y= aantal producten B
z= aantal producten C

51x + 69y + 87.5z= 350*36
3x= 2y
3x= 5z

Zou dit zoiets kunnen zijn als antwoord want ik sukkel daar nogal mee met die dingen?

Alvast bedankt,
Anne

Anne
3de graad ASO - zaterdag 13 december 2003

Antwoord

Noem het aantal 'eenheden' even 'u'. Dan moet je 3u producten A gemaakt worden, 2u van B en 5u van C. In totaal dus:


Om deze producten te maken heb je in totaal:

·uur nodig

Deze uitkomst moet dan gelijk zijn aan 350·36, waarmee je u kunt berekenen en het vraagstuk hebt opgelost.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 13 december 2003
 Re: Vraagstuk oplossen m.b.v. matrices 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3