De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Optellingsformules

Ik zit vast bij de volgende opgave:

Bewijs, voor elke x waarvoor de vermelde goniometrische gatallen bestaan:

tg(45°+x)-tg(45°-x)= (4 sin x.cos x):(cos2x-sin2x)

Alvast bedankt

evelie
2de graad ASO - woensdag 17 september 2003

Antwoord

Dag Evelien,

In dat rechterlid zouden teller en noemer je bekend moeten voorkomen: de teller lijkt verdacht veel op sin(2x), en de noemer op cos(2x). Dat rechterlid is dus eigenlijk gewoon: 2sin(2x)/cos(2x) = 2tg(2x)

Je kan de somformule voor de tangens gebruiken om het linkerlid te herschrijven.
tg(45+x) = tg45+tgx/1-(tg45.tgx)
waarbij tg45 = 1, dus tg(45+x) wordt 1+tgx/1-tgx.
Voor tg(45-x) gebruik je dezelfde formule, dat geeft als resultaat 1-tgx/1+tgx
Het linkerlid wordt op die manier:
1+tgx/1-tgx - 1-tgx/1+tgx
Schrijf op één noemer, er komt:
(1+tgx)2-(1-tgx)2/(1+tgx)(1-tgx)
= 4tgx/1-tg2x
En dit herken je als 2tg(2x), en dat was dus ook het rechterlid, waarmee de gelijkheid bewezen is.

Mocht je nu die dubbelehoekformules niet herkend hebben, is er nog geen probleem: je hebt dan het linkerlid als een breuk a/b kunnen schrijven, en ook het rechterlid als c/d, je moet dan nog bewijzen dat ad=bc, en als je dat uitwerkt kan dat geen problemen opleveren, het is alleen wat properder op deze manier.

Groeten,
Christophe.

Christophe
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 17 september 2003



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3