\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Hoeken in een figuur berekenen

Ik moet mbv het inproduct de hoeken berekenen van een figuur.
Bv van de vierhoek met A(0,3) B(-2,-1) C(3,1) en D(5,5)
Ik zoek richtingsgetallen van de rechten, en bepaal de hoek, maar hoe kan ik weten dat het soms de scherpe hoek en soms de stompe hoek is?

Vannes
3de graad ASO - woensdag 24 mei 2017

Antwoord

Laat ik als voorbeeld hoek A en hoek B berekenen.
q84464img1.gif
Hoek A:
De vector AD=(5-0,5-3)=(5,2)
De vector AB=(-2-0,-1-3)=(-2,-4)
Voor de cosinus van de hoek tussen de vectoren AD en AB vinden we dan:
(5,2)·(-2,-4)/(√29·√20)=(-10-8)(√29·√20)=-18/(√29·√20)
Aan het feit dat het inproduct negatief is kun je zien dat hoek A stomp is.

Nu hoek B:
De vector BA=(0--2,3--1)=(2,4)
De vector BC=(3--2,1--1)=(5,2)
Het inproduct van de vectoren BA and BC is (2,4)·(5,2)=10+8=18
Dit inproduct is positief, hoek B is dus scherp.


woensdag 24 mei 2017

©2001-2024 WisFaq