\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Integralen in de wetenschappen

dag meneer of mevrouw,
ik heb nog een vraagje,
de oefening is: Een ballon stijgt op met een constante snelheid van 16m/s. Op een hoogte van 200 m laat de ballonvaarder een steen vallen. De valversnelling, die de steen ondergaat, is 9.81m/s2.
1) stel een voorschrift op voor de snelheid v(t) en de hoogte x(t).
als v(t) heb ik, -9.81t +16
x(t) vind ik niet, het zou moeten zijn: -0.4905t2+6t+200 maar ik kom daar echt niet aan hoe je aan die 6 en -0.4905 komt snap ik niet kunt u dat wat uitleggen als dat kan ofzo?
alvast erg bedankt
groetjes yann

yann
3de graad ASO - vrijdag 13 februari 2009

Antwoord

De integraal nemen van v(t)=-9,81t+16 geeft de toename in de x richting weer. Die 6t moet dan wel 16t worden. Die 200 komt omdat je start op beginhoogte 200.

Met vriendelijke groet
JaDeX


zaterdag 14 februari 2009

©2001-2024 WisFaq