\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Wortel en machten

43x+3 = 2·2-x+2

Ik snap niet hoe ik deze moet oplossen. Allebei gelijk op 2 maken of juist op 4?

nadien
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 22 mei 2008

Antwoord

Het oplossen van dit soort exponentiele vergelijkingen berust op het volgende:

ga=gbÛa=b

Dat is zo maar vanzelfsprekend maar wel waar en handig om te weten.

Je kunt bij jouw vergelijking kiezen uit (bijvoorbeeld) deze 2 mogelijkheden:

2...=2... of 4...=4...

Dat kan. Handiger is 2...=2.... Het is makkelijker om van 4 een macht van 2 te maken dan van 2 een macht van 4. Maar 't kan allebei.

Hoe gaat dat dan? Wel gebruik de 1. Rekenregels machten en logaritmen. We zullen 't nog 's eens stuk uitwerken:

q55689img1.gif

Als je goed kijkt kan je wel zien waar je welke rekenregel gebruikt. Hopelijk helpt dat.


vrijdag 23 mei 2008

©2001-2024 WisFaq