\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Geschenk

Goede middag,
Twee kinderen kopen een geschenk voor hun vader. Piet en Ann spaarden samen 36,90 euro. Jan neem 3/7 van zijn spaargeld en Ann 3/5 van het hare.
Nu bezit Els nog 2/3 van wat Piet overhoudt.
Wat spaarden beiden en hoeveel kostte het geschenk?
Ik redeneerde ...
Jan: bezit x en Ann bezit:36,90-x
3x/7 is deel Jan en 3/5(36,90-x) is deel Ann
De vergelijking is dan 3/5(36,90-x)= 2/3(4/7x) want wat Jan
nu overhoudt is 4x/7 want hij gaf al 3x/7 uit
Uitwerken leidt tot:

110,7/5-3x/5=8x/21
21·110.7=63x+40x (na wegwerken noemer 105)
x=22,56...
Antwoord moet zijn: Piet 18,90 € en Ann 18 € ern geschenk kostte 18,90 €...
Is er iets mis aan de redenering of bewerking ?
Groeten,
Rik

Rik Le
Ouder - dinsdag 5 februari 2008

Antwoord

Hallo

Het overblijvende deel van Els is 2/5.(36.90-x)
Dus wordt de vergelijking:
2/5.(36.90-x) = 2/3.4/7.x


dinsdag 5 februari 2008

©2001-2024 WisFaq