\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Re: Logaritmes vereenvoudigen en vergelijking oplossen

 Dit is een reactie op vraag 48430 
Bedankt! de 2de opgave snap ik nou. Er wordt dus niet van je verwacht dat je een precies antwoord geeft op de waarde van x maar slechts welke waarden die x moet aannemen. Dit soort vragen zijn dan eigenlijk hartstikke makkelijk of zie ik nou iets over het hoofd?

Wat betreft de eerste opgave.. er zit een deelteken tussen de 1ste en 2de deel van de opgave, is niet helemaal goed uitgekomen zie ik. Maar bedankt! ik zie nu inderdaad in dat er dingen wegvallen tegen over elkaar.. maar hoe ga ik nu verder met onder de deelstreep? daar staan wortels in en daar heb ik nog nooit mee gewerkt bedenk ik me, tenminste niet in combinatie met logaritmes.

bij voorbaat dank,

Serhan
Student hbo - maandag 8 januari 2007

Antwoord

Je kunt logÖ2 schrijven als log20,5 en volgens een regel van logaritmen mag de exponent 0,5 er nu ook voorgezet worden. Daarmee wordt het dus 1/2log2.
Dit doe je ook met logÖ5 en dan zie je het licht wel schijnen, denk ik.

Wat je andere opmerking betreft: bij sommige vergelijkingen kom je tot de ontdekking dat het eigenlijk identiteiten zijn, dus dat er eigenlijk hetzelfde staat in een andere gedaante. En zoiets heb je in dit geval inderdaad ontmoet.

MBL
vrijdag 12 januari 2007

©2001-2024 WisFaq