\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Voorwaardes voor de bepaling van een vlak

In mijn boek staat:

"Een vlak wordt volledig bepaald door:

- Drie punten die niet op één lijn liggen.
- Een lijn en een punt dat niet op die lijn ligt.
- Twee elkaar snijdende lijnen
- Twee evenwijdige lijnen"

Nu is mijn vraag: lijnen die niet evenwijdig lopen snijden elkaar toch ALTIJD? Bedoelen ze niet de lijnstukken in dit geval?
Dit veroorzaakt erg veel verwarring bij me, net zoals ook de eerste twee stellingen: dat is toch ongeveer hetzelfde?

Kan iemand de definities even wat verbeteren of verfijnen, zodat het me helemaal duidelijk is?

Bart K
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 7 december 2003

Antwoord

Lijnen die evenwijdig zijn EN in een vlak liggen snijden elkaar altijd. In de 3D-ruimte kunnen rechten niet evenwijdig zijn en elkaar niet snijden. Zulke rechten noemt men kruisend.

De paal van een verkeersbord en de middenstreep op de weg zijn kruisend.


zondag 7 december 2003

©2001-2024 WisFaq