Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 90772 

Re: Stapelen van munten

Dag Klaas Pieter ,
Uw opmerking over de noemer van de som regel=2 is terecht
Oplossing
gegeven:
Er zijn n termen in de RR
t(1)=4 en n=17 stapeltjes munten .
t(n)=t(1)=(n-1)v (v= verschil van term tot term.
t(n)=4+(n-1)v
S(17)=
340 = 17(4+4+(17-1)v=(17(8+16v)/2
680= 136+272v
v= (680-136)/272= 2
n(17) =4+32=36
De 16 de stapel =n(17-1)=17-1 =16
36-2 =34 kubusblokjes.(omdat v=2 gevonden werd
Het kostte wat moeite maar het is "gelukt" .Of is er nog een opmerking hier en daar aan toe te voegen?
Groeten en fijn weekend
Rik

Rik Le
Iets anders - zaterdag 24 oktober 2020

Antwoord

Het ziet er goed uit, maar wel met wat tikfouten: een $=$ die een $+$ moet zijn (bij de eerste $t(n)$) en hier en daar haakjes niet in evenwicht: bij $340={}$.

kphart
zondag 25 oktober 2020

©2001-2024 WisFaq