Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 68297 

Re: Stelsel oplossen

Oh ja het klopt, merci!
En ja, hoe is dat gedaan?
Ik probeerde door B gelijk te stellen aan de rest en dan in te vullen in de andere vergelijking

ahmed
3de graad ASO - donderdag 30 augustus 2012

Antwoord

Een goed begin is het halve werk.

$
\large\begin{array}{l}
\left\{ \begin{array}{l}
\frac{2}{{a + 1}} = - \frac{1}{2} + b \\
\frac{{ - 2a + 2}}{{a^2 + 2a + 1}} = - \frac{3}{2} + b \\
\end{array} \right. \\
\left\{ \begin{array}{l}
\frac{4}{{a + 1}} = - 1 + 2b \\
\frac{{ - 4a + 4}}{{a^2 + 2a + 1}} = - 3 + 2b \\
\end{array} \right. \\
\left\{ \begin{array}{l}
\frac{4}{{a + 1}} + 1 = 2b \\
\frac{{ - 4a + 4}}{{a^2 + 2a + 1}} + 3 = 2b \\
\end{array} \right. \Rightarrow \\
\frac{4}{{a + 1}} + 1 = \frac{{ - 4a + 4}}{{a^2 + 2a + 1}} + 3 \\
Oplossen! \\
\end{array}
$

Dat laatste geeft je de waarde van 'a'. Invullen geeft dan de waarde van 'b'. Zou het daarmee lukken?

WvR
donderdag 30 augustus 2012

©2001-2024 WisFaq