Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 68059 

Re: Dominospel

Ik begrijp dat de kans 7/28 omdat er 28 stenen zij en je kunt kiezen uit 00 11 22 33 44 55 66 maar ik begrijp niks van die formule van (n-1+k,k) ik heb al een gekeken naar herhalingscombinaties en wat vragen over hetzelfde onderwerp maar kom er nog niet uit tevens zijn nog de volgende vragen gevraagd bij het dominospel:

b) Hoe groot is de kans dat de som van de ogen minstens 10 is? is dit met de combinatie 4-6 ,6-4,5-5 en is de kans dan 3/28?

c) Hoe groot is de kans dat het verschil van het aantal ogen hoogstens2 is? ik heb de mogelijkheden:6-4,4-2,3-1,5-3,6-5,5-4,4-3,3-2 dus de kans is 6/28=3/14

d) Hoe groot nis de kans dat het grootste aantal ogen op één van beide zijden 3 is ?je moet dan de volgende combinaties hebben 3-1,3-2,3-3,3-4,3-5,3-6 en delen door het totaal aantal mogelijkheden denk ik maar wat is het totaal aantal mogelijkheden hier? is dat 28^12? of is dit helemaal fout?

bouddo
Leerling mbo - zaterdag 18 augustus 2012

Antwoord

Het gaat er om de structuur te zien. Bij 0 ogen kan je nog kiezen uit 7 mogelijkheden: 0, 1, 2, 3, 4, 5 en 6. Bij 1 kan je nog kiezen uit 6 mogelijkheden, bij 2 nog uit 5... dus 7+6+5+4+3+2+1=28 verschillende dominostenen.



Dat $aantal=\pmatrix{n-1+k\\k}$ is dan om dat handig uit te rekenen. Dat zou ook nog wel anders kunnen.
De rest van de vragen is gewoon een kwestie van aanstrepen en tellen.

Bij d. don alleen 1-3, 2-3 en 3-3 mee omdat dan de hoogste drie is. Dat zijn er dan 3 van de 28. De kans is 3/28.

Zie ook 4. Herhalingscombinaties

WvR
zaterdag 18 augustus 2012

©2001-2024 WisFaq