Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 54514 

Re: Vraagstukken oplossen met tweedegraadsvergelijkingen

Als je deze vergelijking oplost, kom je uit:
x1 = -22
x2 = 22

Vul deze 2 oplossingen in:

(-22)2 -(-22) = 506 -- Juist
222 - 22 = 462 -- Fout

Enkel -22 is een juist antwoord. Waarom kom je dan ook 22 uit bij het oplossen van de vergelijking?

Katrie
Iets anders - dinsdag 3 juni 2008

Antwoord

Volgens mij is er iets misgelopen bij je berekening van de wortels van de vergelijking. De juiste x-waarden zijn x=23 of x=-22

Kevin
vrijdag 6 juni 2008

©2001-2024 WisFaq