Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Bewijs in driehoek ABC

Gegeven driehoek ABC met AC=BC. Toon aan dat ÐA = ÐB. Mijn uitwerking is:

AC = BC Ù AB = BA Ù ÐC = ÐC. Hieruit volgt dat driehoek ABC @ driehoek BAC (ZHZ). En dus is ÐA = ÐB.

Ik stel deze vraag omdat in het lesboek het bewijs wordt gegeven met behulp van het tekenen van de loodlijn vanuit C op AB.

Maar is mijn bewijs ook juist?

Tom

Tom
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 27 september 2007

Antwoord

Prima, ik vind het zelfs mooier.
De reden dat ze in de meeste schoolboeken een loodlijn trekken is omdat je misschien die congruentie officieel nog niet hebt gehad.
Dan kan je met de eigenschappen van symmetrie, die je wel hebt gehad, toch dit bewijs leveren.
De moeilijkheid van bewijzen in het prille begin is: welke eigenschappen mag je gebruiken?
Voor het eindexamen hebben ze dat probleem opgelost door je een aantal stellingen te geven die je mag gebruiken.
Natuurlijk moet je die voordat je zover bent wel eerst bewijzen.
Euclides ging uit van de axioma's, maar zelfs daar bleken addertjes onder het gras te zitten.

ldr
donderdag 27 september 2007

©2001-2024 WisFaq