onbeke
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 9 maart 2007
Antwoord
Je tekent een loodrecht assenstelsel en stel dat je daarvan de y-as logaritmisch wilt verdelen. Je kiest een eenheid, laten we zeggen 3 centimeter. In de oorsprong zet je nu 100 = 1, 3 centimeter daarboven zet je 101 = 10, weer 3 centimeter hoger zet je 102 = 100 enz. Vanuit de oorsprong naar beneden zet je na 3 centimeter 10-1 = 1/10, weer 3 centimeter lager komt 10-2 = 1/100 te staan, enz.
Als de x-as ook logaritmisch verdeeld moet worden, dan doe je hetzelfde langs deze as. Strikt genomen kun je dan zelfs de eenheid anders kiezen dan langs de y-as, maar waarom zou je?
Ten slotte: stel dat je op de y-as nu het getal 725 moet aanwijzen. Je haalt uit je rekenmachine log(725) = 2,86. Omdat je als eenheid 3 gekozen had, vermenigvuldig je dit met 3, hetgeen 8,58 oplevert. Ga nu vanuit de oorsprong 8,58 cm omhoog en op die plaats 'zit' het getal 725. Onderstaand adres helpt je misschien ook nog verder.
