Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 47225 

Re: Schaal berekenen

als antwoord hebben we dus op de eerste vraag: 25m
op de tweede vraag 0,03cm en op de derde vraag 20cm.
Ik begrijp niet goed wanneer de 1 van onder moet of van boven
alles precies omgedraaid, bijvoorbeeld schaal 300/1 in de tabel schrijf je dan de 300 van oner en de 1 van boven.

leys A
1ste graad ASO-TSO-BSO - zondag 22 oktober 2006

Antwoord

1:20.000 betekent dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 20.000 cm is, dus de 1 komt bij de 'tekening' en de 20.000 bij de 'werkelijkheid'.

300:1 betekent dat 300 cm op de kaart in werkelijkheid 1 cm is, dus de 300 komt bij de 'tekening' en de 1 bij de 'werkelijkheid'.

Vraag 1: 0,03 cm
Vraag 2: 25 cm
Vraag 3: 20 cm

Nou gaat toch bijna helemaal goed, je kan alleen niet tellen...

WvR
zondag 22 oktober 2006

©2001-2024 WisFaq