Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 41845 

Re: Kansvragen munten

ok bedankt.
Kheb nog een vraagje:
Er wordt 1 maal met 3 dobbelstenen gegooid.
P("3 maal hetzelfde aantal ogen")
is dat:
#gunstige mogelijkheden = 1
#mogelijke uitkomsten = 1/6^3
dus 1/(1/6^3) = 216? dit klopt volgens mij toch niet want u kans zit altijd tussen 0 en 1 niet?
en nog een vraagje die ik niet kan:
P("de som van het aantal ogen is elf")
hoe kan ik dit vinden adhv een berekening

peter
Student Hoger Onderwijs België - zondag 27 november 2005

Antwoord

Volgens mij zijn er 6 manieren om 'drie dezelfde' te gooien met drie dobbelstenen. In totaal zijn er 63 mogelijkheden om met 3 dobbelstenen te gooien.

Om 11 te gooien moet je even aan 't prutsen. Ik heb dat ooit omschreven als:
Schrijf het aantal ogen steeds van klein naar groot en probeer de aantallen ogen zo klein mogelijk te houden en zorg dat opeenvolgende ogen op z'n minst gelijk zijn, in ieder geval niet kleiner!
In dit geval betekent dat:

146 kan op 6 manieren
155 kan op 3 manieren
236 kan op 6 manieren
245 kan op 6 manieren
335 kan op 3 manieren
344 kan op 3 manieren

In totaal zijn er 27 manieren.

Zie ook: Gooien met 4 dobbelstenen

WvR
zondag 27 november 2005

©2001-2024 WisFaq