Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 38114 

Re: Ringen

Helaas, ik ben er nog niet. Voor een comm. ring moet de bewerking gesloten zijn. met de Ö2 erbij is dat niet zo (dacht ik maar dat klopt niet). En zou het moegelijk zijn om de invulling voor het bewiijs van associatief te geven? Dus (a*b)*c =a*(b*c)want ik loop vast op wat (a*b)= is dit (a+c)+(b+d)Ö2 en hoe pas ik c hier in? ik denk aan stel A*b=P dan is p*c= (p+c)+en dan kom ik duidelijk letters te kort....als u nog tijd heeft graag wat advies. Harmke

harmke
Student hbo - dinsdag 17 mei 2005

Antwoord

Neem drie objecten uit R

p = (a,b)
q = (c,d)
r = (e,f)

De associativiteit van de vermenigvuldiging volgt uit

(pÄq)Är
= (ac+2bd,ad+bc)Ä(e,f)
= (eac+2ebd+2fad+2fbc , fac+2fbd+ead+ebc)

Controleer zelf dat dit hetzelfde is als pÄ(qÄr).

De andere oefeningen zijn ook niet moeilijk, het is alleen van het grootste belang dat je eerst leert rekenen met de nieuwe objecten.

cl
dinsdag 17 mei 2005

©2001-2024 WisFaq