Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Oplossen ongelijkheid

hallo kunt u me helpen met deze ongelijkheid

los op:
f(t)=4sin2(t-p/3)2,8

het liefst met de verschillende stappen erbij zodat ik duidelijk kan zien hoe het gebeurd is, ik heb geen idee hoe ik hier aan moet beginnen

paul
Student hbo - zondag 13 maart 2005

Antwoord

Je moet de hoeken zoeken waarvan de sinus groter dan of gelijk is aan 0,7 = 2,8/4. Deze hoeken moeten dan gelijk zijn aan 2(t-$\pi$/3)
Zet deze sinuswaarde uit op een goniometrische cirkel en duid de hoeken aan waarvan de sinus groter is dan of gelijk is aan 0,7. Op onderstaande tekening liggen deze hoeken in het rode gebied.

Dus geldt ondermeer dat
0.775 $\leq$ 2(t-$\pi$/3) $\leq$ 2.366

Alle oplossingen zijn dan
0.775 + 2k$\pi$ $\leq$ 2(t-$\pi$/3) $\leq$ 2.366 + 2k$\pi$

Hieruit moet nu t opgelost worden :
Alles delen door 2 :
0.388+k$\pi$ $\leq$ t-$\pi$/3 $\leq$ 1.183 + k$\pi$

Overal $\pi$/3 optellen geeft tenslotte
1.435 + k$\pi$ $\leq$ t $\leq$ 2.230 + k$\pi$
Applet werkt niet meer.
Download het bestand.

LL
maandag 14 maart 2005

©2001-2024 WisFaq