Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 30427 

Re: Kortste pad probleem

Bedankt om na te denken over dit probleem. Echter het punt P ligt "niet" op de bol, het punt Q daarentegen ligt wel op de cilinder. De richting van de cilinder heb ik inderdaad reeds bepaald. Dit zorgt volgens mij voor extra onbekenden.

Overgens begrijp ik dat je de kromme van de snijcircel naar Q kan uitrollen tot een recht lijnstuk, maar weet niet goed hoe ik dit moet omzetten naar naar een vergelijking om de lengte van dit lijnstuk te kennen. Kan je me hiervoor een referentie bezorgen of ken je soms zelf de nodige formules hiervoor.

mvg,

A. Audenaert

amaryl
Docent - dinsdag 30 november 2004

Antwoord

Dat begrijp ik niet: als het punt P niet op de bol ligt, hoe kom ik dan van punt P naar het bedoelde oppervlak? Of hoeft de route niet over het oppervlak te lopen? In dat geval kun je gewoon de afstand van P tot Q berekenen:
√((x1-x2)2 + (y1-y2)2 + (z1-z2)2)

Over de tweede vraag: dat is de stelling van Pythagoras.
De ene 'rechthoekszijde' is een stukje van de boog van de snijcirkel, de andere is een rechte evenwijdig aan de as van de cilinder. De schuine zijde is de gezochte afstand.
groet,

Anneke
dinsdag 30 november 2004

 Re: Re: Kortste pad probleem 

©2001-2024 WisFaq