Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Willekeurige driehoeken

In de driehoek abc is 2P = A + B + C ,bewijs dat:

sin a = (2/BC)·√[ P·(P-A)·(P-B)·(P-C)]

ik heb de cos-regel gebruikt en kom zover als

sin2 a = 1-[(B2+C2-A2)/(2BC)]2


raf ve
3de graad ASO - maandag 22 maart 2004

Antwoord

Beste Raf,

Er zijn twee dingen die je hiervoor kunt gebruiken:

  1. De formule van Heron die zegt dat de oppervlakte van een driehoek gelijk is aan [P·(P-A)·(P-B)·(P-C)].
  2. De oppervlakte van een driehoek is ook gelijk aan 1/2·B·C·sin a (want de basis is bijvoorbeeld B en de hoogte C·sin a).

FvL
maandag 22 maart 2004

©2001-2024 WisFaq