De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Kansen: leerlingen op excursie

 Dit is een reactie op vraag 76420 
Bekend is dat 10 leerlingen van een andere klas van hun ouders niet mee morgen. In deze klas zitten ook 30 leerlingen. Ook hier worden de 4 leerlingen aselect door hun mentor aangewezen.

Vraag: wat is de kans dat hoogstens 1 van de door de mentor gekozen leerlingen van zijn of haar ouders niet mee mag?

Mijn antwoord:
Het complement van de gebeurtenis 'hoogstens 1 leerling die niet mee mag' is de gebeurtenis 2 leerlingen.
P(1 leerling die niet mee mag) = 1 - P(2 leerlingen)
(10 NCR 4) / (30 NCR 4) = 210 / 27405 = 0,00766

Volgens de complementregel geldt: P(hoogstens 1 leerling die niet mee mag) = 1 - 0,0076 = 0,9924

Arif M
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 30 september 2015

Antwoord

Hallo Arif,

Jouw uitspraak over het complement van de gebeurtenis 'hoogstens 1 leerling niet' is onjuist. 'Hoogstens 1 leerling niet' wil zeggen: '0 leerlingen niet of 1 leerling niet'.
Het complement is dan:
'2 leerlingen niet of 3 leerlingen niet of 4 leerlingen niet'.
In dit geval schiet je dus niet zoveel op met de complementregel, je zult twee aparte kansen moeten uitrekenen.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 30 september 2015
 Re: Re: Kansen: leerlingen op excursie 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3