De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Identiteiten bewijzen

 Dit is een reactie op vraag 52984 
hoi,
ok, ik was eigenlijk begonnen aan de andere kant ik had:
= 2tan a / (1-tan2a) + ( cos2a + sin2a) / (cos2a - sin2a)
= 2tan a / (1-tan2a) + ((1+cos2a)/2 + (1-cos2a)/2) /
(cos2a - sin2a)
= 2 tana / (1-tan2a) + 1 / ((1+cos2a)/2 - (1-cos2a-sin2a)/2)

ik geraak nog altijd niet aan de andere kant welke kant ik ook begin opgave nog es: tan (p/4 + a) = tan2a + 1/cos2a

alvast bedankt

yannic
3de graad ASO - zondag 11 november 2007

Antwoord

Als je begint aan de kant waar jij begonnen bent, dan is de start gewoon in orde. Maar maak nu van de breuk ( cos2a + sin2a) / (cos2a - sin2a) eens (1 + tan2a) / (1 - tan2a). Dit bereik je door te delen door cos2a in teller en noemer.
Je hebt nu twee gelijknamige breuken die dus probleemloos opgeteld kunnen worden. De teller is precies een kwadraat, namelijk (1 + tana)2 en de noemer is ontbindbaar in (1 - tana).(1 + tana).
Je kunt nu weer iets wegdelen en als je het restant dan vergelijkt met het linkerlid, dan ben je er toch? Nog wel even die formule uit het eerste antwoord gebruiken, natuurlijk.

MBL

MBL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 11 november 2007
 Re: Re: Identiteiten bewijzen 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3