Als AD, BE en CF de hoogtelijnen zijn van driehoek ABC (D, E en F liggen op de zijden, dan geldt:
(de verhouding van de lengte van BD op de lengte van CD) maal (de verhouding van de lengte van CE op de lengte van AE) maal ( de verhouding van de lengte van AF op de lengte van BF) is 1
Hoe moet ik hier aan beginnen?Lies Meeuws
11-4-2003
Je zou het zo kunnen bekijken:
BD=AB·cos(b)
Zo kun je ook alle andere stukken schrijven als de lengte van een zijde maal de cosinus van een hoek.
Als je de verhoudingen (als breuken) dan vermenigvuldigt, blijken precies alle zijden en alle cosinussen tegen elkaar weg te vallen, dus...
groet, Anneke
Anneke
11-4-2003
#9759 - Vlakkemeetkunde - Student Hoger Onderwijs België